appelschurft-bestrijding

Algemeen Belang Symptomen Biologie Ziektecyclus Bestrijding Referenties

Chemische bespuiting. Foto: Keith Weller; Public Domain; Bron: USDA / ARS.De beheersing van appelschurft op vatbare rassen richt zich op het tegengaan van de eerste infecties in het voorjaar. Wanneer bomen vroeg geïnfecteerd worden, kan dit erg nadelig zijn voor de vruchtzetting en leidt dit tot een grotere productie van sporen (secundair inoculum) tijdens de rest van het seizoen. De eerste bespuitingen zijn gericht op het bestrijden van het primaire inoculum. Later in het seizoen wordt de bestrijding vaak gecombineerd met bestrijding van andere ziekten; soms met middelen die in de eerste plaats bedoeld zijn voor die andere ziekten, maar die ook helpen tegen schurft. In de praktijk worden de bestrijdingsmiddelen over het gewas gespoten met behulp van hoge luchtdruk.

Er zijn twee soorten chemische bestrijdingsmiddelen:
beschermende (preventieve) en systemische (curatieve).
De meeste telers gebruiken beide soorten.

Preventieve middelen worden op de bladeren en de vruchten gespoten voordat infectie plaatsvindt en gaan specifiek de kieming van de sporen of het binnendringen van het plantenweefsel tegen. Het is daarbij van essentieel belang dat het middel homogeen over de hele plant wordt gespoten. Om nieuw gegroeid bladweefsel ook te beschermen en omdat het middel er waar af kan regenen moet dit soort bespuitingen vroeg in het seizoen elke 5 – 7 dagen en later in het seizoen elke 7 – 10 dagen herhaald worden.
Systemische middelen kunnen het blad binnendringen en op die manier beginnende infecties stoppen voordat er symptomen zichtbaar zijn. Op die manier kan bijvoorbeeld alleen een bespuiting worden uitgevoerd wanneer er, op basis van weersgegevens, waarschijnlijk infecties hebben plaatsgehad. Wanneer het koel en droog is, hoeft er dus niet gespoten te worden, en zijn er soms veel minder bespuitingen nodig dan bij preventieve bespuitingen.

Vegetatieve sporen van Venturia inaequalis op een appelblad dat bespoten is met een fungicide. Het fungicide is te zien als kristallen op het bladoppervlak (800x vergroot).

Resistentie

Er zijn veel rassen van appels en sierappels die resistent zijn tegen appelschurft. Het spuiten van fungiciden (schimmeldodende chemicaliën) in deze rassen is dus niet nodig om appelschurft tegen te gaan, maar misschien wel tegen andere ziekten. Schurftresistentie is rijkelijk aanwezig in wilde appelsoorten uit Kazachstan. Deze resistentie moet dan worden ingekruist in cultuurappels, waarbij zowel de resistentie als andere gunstige eigenschappen behouden blijven. Voorbeelden van resistente rassen die steeds meer geaccepteerd worden zijn Topaz en Santana. Vatbare rassen, zoals Elstar, Gala en Golden Delicious zijn echter ook heel gangbaar, vanwege hun gunstige overige eigenschappen. Resistente sierappelrassen zijn o.a. David en Harvest Gold.
Momenteel lopen er praktijkproeven met rassen waarin de resistentie tegen appelschurft d.m.v. genetische modificatie is ingebracht. De maatschappelijke acceptatie van deze rassen is er in Nederland echter nog niet.

Appelschurft (Venturia inaequalis) op appelblad. Foto: Joe Win; Copyright University of Auckland, Auckland, New Zealand.
Blad van een appelras dat vatbaar is voor appelschurft.
Resistentie tegen appelschurft (Venturia inaequalis) d.m.v. een overgevoeligheidsreactie. Foto: Joe Win; Copyright University of Auckland, Auckland, New Zealand.
Detail van de resistentie laat een overgevoeligheidsreactie zien: kleine dode plekjes waar de schimmel de plant heeft proberen binnen te dringen.

Meer weten over resistentie? >>

Biologische middelen

Het bespuiten van appelbomen met plantenextracten in plaats van met synthetisch gefabriceerde middelen kan een interessant alternatief zijn voor de biologische teelt . Zo zijn er veelbelovende resultaten verkregen met yucca-extract. Lees het persbericht(pdf)

Cultuurmaatregelen

De ziekte kan ook worden beheerst door cultuurmaatregelen, zoals sanitatie: oprapen en afvoeren van afgevallen blad om primaire infectie te voorkomen. Dit is in de praktijk echter meestal niet haalbaar. Soms wordt de afbraak van bladeren (en dus de vermindering van de hoeveelheid gevormde sporen) versneld door bespuiting van het blad met ureum vlak voor bladval, of onderwerken of verhakselen van gevallen blad. Er zijn ideeën om d.m.v. ondergroei van gras of koolzaad een laag te maken waarin de lucht grotendeels stilstaat en waaruit de sporen die uit het oude blad de lucht in schieten niet kunnen ontsnappen. Verder is goed snoeien van invloed, omdat door een open gewas de bladeren en vruchten sneller drogen. Ook water geven onderaan, i.p.v. met sprinklers van bovenaf is aan te raden.