Is een beetje van die witte vlekken nou echt zo erg?
Echte meeldauw komt in al zijn vormen op enorm veel plantensoorten voor. Iedereen kent het wel, maar is echt zo erg? De schimmels voeden zich met stoffen die ze uit de plant zuigen. Bovendien bedekken ze de plant, zodat die minder zonlicht opvangt en langzamer groeit. Aantasting van jonge scheuten en knoppen kan zorgen voor misvormingen van het blad en soms van vruchten. Voor voedselgewassen betekent dit minder opbrengst. Voor siergewassen is de schade directer: niemand koopt een plant met vlekken! Een aantal echte meeldauwziekten is erg belangrijk. Hier zijn twee voorbeelden:
Appelmeeldauw (Podosphaera leucotricha)
Deze ziekte komt op alle appelrassen voor. Doordat het witte schimmelpluis het blad bedekt heeft de boom onvoldoende assimilerend oppervlak, waardoor hij verzwakt. Hierdoor wordt er minder vrucht gezet, ook in volgende jaren, wanneer de aantasting meevalt. De kwaliteit van de appels is minder, omdat de schil ruw wordt.
Verdere specialisatie binnen de soort.
Van de graanmeeldauwschimmel bestaan varianten die gespecialiseerd zijn op het aantasten van speciale graan- en grassoorten. Zo ’n variant wordt een forma specialis genoemd (afgekort met f. sp.). Zo heb je op gerst (Latijnse naam Hordeum vulgare) Erysiphe graminis f. sp. hordei, op tarwe (Triticum aestivum) E. graminis f.sp. tritici en op haver (Avena sativa) E. graminis f. sp. avenae.
Graanmeeldauw (Erysiphe graminis)
Graanmeeldauw kan in sommige jaren veel aantasting veroorzaken, met lage opbrengsten tot gevolg. Omdat er jaarlijks wereldwijd zo ’n half miljard ton tarwe en 140 miljoen ton gerst wordt verbouwd is het altijd wel ergens ter wereld een groot probleem.