“Hoezo eerste vondst?” denk je misschien. “In Boskoop, Hoofddorp en Krimpen aan den IJssel kwam die toch ook al voor?” Maar dat was de Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis). Deze keer is een familielid van die beruchte boktor opgedoken, de Aziatische boktor (Anoplophora glabripennis). Nu gebeurt het wel eens vaker dat er zo’n beestje gevonden wordt in verpakkingshout van importen. Deze keer is niet het insect zelf gevonden maar is er een aangetaste boom ontdekt. Een esdoorn op een bedrijventerrein in Almere heeft de primeur. Ook nu is het nodig om maatregelen te treffen zodat de boktor zich niet verder door Nederland gaat verspreiden.
Lees het nieuwsbericht over deze Aziatische boktor.
Category: Nieuws uit 2010
De Broccoli-oorlog
Al enige maanden is er een broccoli-oorlog aan de gang. Hierbij slaan de verschillende kampen elkaar niet met stronken broccoli om de oren. Nee, twistpunt is de vraag of je patent mag hebben op broccoliplanten en zaden die veredeld zijn (in dit geval een verhoogd gehalte van een stofje tegen kanker). Het gaat trouwens niet alleen om broccoli. Er is ook strijd om het patent op een gerimpelde tomaat. Eigenlijk gaat het om de vraag of je een van nature voorkomende plant na veredeling mag patenteren. Het Europees Octrooibureau heeft nu bepaald dat de patenten op de broccoli en de tomaat opgeheven zijn.
Bij plantenveredeling worden bestaande rassen gekruist met elkaar. Dit is een natuurlijk proces. Denk maar aan de kruisingsproeven met erwten door Mendel. Plantenveredelaars kruisen bijvoorbeeld aardappelplant A (kleine knollen, maar resistent tegen ziekten) met aardappelplant B (grote, smakelijke knollen maar vatbaar voor ziekten). Dit levert een reeks aan nakomelingen op met allemaal verschillende eigenschappen. Natuurlijk zijn ze op zoek naar een nakomeling met grote, smakelijke knollen die resistent is tegen ziekten.
>> Meer over de broccoli- en tomatenoorlog op NOS Nieuws en op Hoe?Zo! Radio
Sinterbiet
De oogst en verwerking van suikerbieten, ook wel de bietencampagne genoemd, is nog steeds in volle gang. Ongeveer 40% van de verbouwde suikerbieten moet nog gerooid worden. Veel mensen zullen zeggen: “Nou en? Dat kan me geen biet schelen.” Maar zonder suikerbieten valt er een stuk minder te snoepen. En nu Sinterklaas weer in Nederland is gearriveerd is het belang van goede gezonde suikerbieten met een hoog suikergehalte hoogst actueel.
De gezondheid van een biet kan door verschillende schimmels, aaltjes, insecten en virussen bedreigd worden. In totaal zijn er zo’n 16 ziekten bekend van het gewas suikerbiet. Sommige ziekten lijken erg op elkaar. Zo bestaan er twee verschillende virussen die vergelingsziekte veroorzaken. Hierbij verkleuren de bladeren geel tot oranje. Niet te verwarren met bladverkleuring veroorzaakt door mijten. Klik hier om foto’s te bekijken en meer te lezen hierover.
Maar de vreemdste bietenziekte is toch wel bietenrhizomanie, veroorzaakt door het virus BNYVV. Dit is een afkorting voor beet necrotic yellow vein virus, oftewel bietennecrosegeelnerfvirus. Het virus wordt overgebracht door een schimmel. Op de biet veroorzaakt het virus een spectaculair symptoom: de normaal kale biet laat een complete baard van wortelharen groeien (zie foto).
En zo komen we weer terug bij Sinterklaas. Want zeg nou zelf: aan wie denk jij als je een suikerbiet met een baard ziet?
Frietpraat of prietpraat
Al wekenlang zijn er nieuwsberichten over de tegenvallende aardappeloogsten. De verwachting is dat de prijs voor een frietje de komende tijd 5 tot 15 % zal stijgen. Toch is de oogst niet bij iedereen slecht. In Engeland is het een tuinier gelukt om een aardappel van 3,7 kilogram te telen. Daar kun je nog eens friet van maken!
Maar waardoor groeien de aardappels wereldwijd minder hard? De oorzaak is vaak het weer. Maar in sommige delen van de V.S. speelt nog wat anders mee. Daar is een bladvlo de boosdoener. Deze ‘psyllid’ is letterlijk komen aanwaaien vanuit Mexico en voedt zich met het sap van de aardappelplant. Het schijnt dat de jonge psyllids een soort gif in de plant brengen tijdens het voeden. Het gevolg is een plant met geelverkleurde, misvormde bladeren en vele kleine knolletjes.
Bovendien blijkt de luis ook nog een ziekteverwekker te kunnen overbrengen. Deze nieuw ontdekte bacteriesoort veroorzaakt de zogenaamde ‘zebra chip disease’. Na verhitting van een aangetaste knol ontstaan zwarte strepen. De aardappels zijn hierdoor onverkoopbaar. Gek eigenlijk, want je kunt er hele grappige zebrachips van maken (zie foto).
Wat eten we vandaag?
Voor de meeste mensen in Nederland is dit een meerkeuzevraag. Maar in andere delen van de wereld vaak een open vraag. Tijdens wereldvoedseldag (zondag 16 oktober) is er aandacht voor het wereldvoedselprobleem. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen voldoende te eten krijgt? Zoals je hierboven kunt lezen gaat 40% van de opbrengst van alle gewassen wereldwijd verloren door plantenziekten en plagen. Goede gewasbescherming kan dus al een hoop schelen. Maar bij de verdeling en beschikbaarheid van voedsel spelen ook zaken als politiek, klimaatverandering en welvaart een rol. Dit jaar is er op wereldvoedseldag speciaal aandacht voor het thema verspilling. Jaarlijks wordt er gemiddeld 50 kg voedsel per persoon weggegooid.
Verspil jij niet zoveel? Test het zelf in de weggooitest!
En lees hier wat je kunt doen om verspilling te voorkomen.
Vreemde snuiters
De snuitkever (Otiorhynchus) rukt op in ons land. Zowel inheemse als uitheemse soorten snuitkevers veroorzaken steeds vaker schade aan planten. Vooral groenblijvende planten en struiken in tuinen en plantsoenen zijn doelwit. De uitheemse soorten komen vermoedelijk mee bij de import van plantmateriaal uit andere Europese landen. Binnen de EU is namelijk vrij handelsverkeer.
Lees meer over de snuitkevers of bekijk een fragment van het NOS journaal
Er zijn een heleboel uitheemse dieren, planten en micro-organismen die onze natuur, landbouw en eigen gezondheid kunnen aantasten. Denk maar aan de plant ambrosia of de Oost-Aziatische boktor. Vorige week is berekend dat uitheemse organismen voor zeker 12 miljard euro aan schade veroorzaken in Europa. Nieuwe schadelijke soorten wil de EU dan ook graag buiten de deur houden. Deze organismen krijgen daarom een quarantaine-status (Q). Bij handel naar en van de EU wordt streng gecontroleerd op Q-organismen. Speel de nieuwste internetquiz Fytoquest en ontdek wat er komt kijken bij de bestrijding van plantenziekten.
Hooikoortsplant Ambrosia
De nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) luidt de noodklok over de bestrijding van de plant Ambrosia. De pollen van Ambrosia veroorzaken bij veel mensen een allergische reactie en hooikoortsachtige verschijnselen. De bloeitijd start rond deze tijd en duurt tot eind oktober.
De plant, afkomstig uit Noord-Amerika, is een invasieve exoot. Dit betekent dat hij van nature niet in ons land voorkomt, maar zich hier nu sterk uitbreidt. Het zaad van de plant komt vaak via vogelvoer in de Nederlandse natuur. Eerst was dat geen groot probleem: ons klimaat was te koud voor Ambrosia om tot zaadzetting te komen. Nu ligt dat anders en vermeerdert het onkruid zich wel in ons land.
Op de site ambrosiavrij.nu staat een fragment uit de radioshow van Ruud de Wild op Q-music, waarin letterlijk de noodklok wordt geluid.
Klik hier als je wilt weten hoe je Ambrosia kunt herkennen.
Als je een Ambrosia vindt, geef de vondst dan door aan de Natuurkalender. Trek de plant uit (met handschoenen aan of andere bescherming!!) en gooi hem in de vuilnisbak. Dus niet in de GFTbak, want dan kan het zaad zich juist verspreiden.
Foto leidt tot vondst Oost-Aziatische boktorren
Een inwoner van Krimpen aan den IJssel heeft vorige maand een foto gemaakt van een insect in zijn daktuin. Via het museum Naturalis kwam de foto bij de nieuwe Voedsel en Waren Autoriteit (nVWA) terecht. Het bleek om de Oost-Aziatische boktor te gaan, die grote schade kan aanrichten in loofbomen en struiken. Bij inspectie van de daktuin vond de nVWA een esdoorn met daarin een uitvlieggat van de boktor. Onderzoek naar andere esdoorns, afkomstig uit dezelfde partij, leidde tot de ontdekking van een uitvlieggat in een tuin in Maasland. Beide bomen zijn verwijderd.
Tuinen, kwekerijen en tuincentra in de omgeving van de vindplaatsen worden nu grondig geïnspecteerd. Gelukkig ging het in beide gevallen slechts om één uitvlieggat. Dat betekent dat de boktorren zich waarschijnlijk niet hebben voortgeplant. Rigoreuze maatregelen, zoals in Boskoop begin dit jaar, waarbij hele tuinen gerooid werden, zijn vooralsnog niet nodig.
Ook in Engeland zijn de afgelopen maand vondsten gedaan van de Oost-Aziatische boktor.
Bekijk de informatie over de Oost-Aziatische boktor op deze site.
Geheim wapen schimmel ontdekt
De plantenziektekundige Bart Thomma heeft samen met andere onderzoekers een geheim wapen ontdekt dat schimmels gebruiken bij het infecteren van een plant. Het gaat om Ecp6. Dit eiwit wordt door veel schimmels gemaakt en uitgescheiden en bindt aan enkele specifieke moleculen van de schimmel zelf. Normaal gesproken herkent een plant deze specifieke schimmelmoleculen, waarna de plant een afweerreactie begint. Maar door de binding van Ecp6 aan de schimmelmoleculen worden deze niet meer herkend en kan de schimmel ongestoord de plant binnendringen en ziek maken.
Het onderzoek naar de werking van Ecp6 is uitgevoerd bij een plantenschimmel, Cladosporium fulvum, die de bladvlekkenziekte bij tomaat veroorzaakt (zie foto). Waarschijnlijk gebruiken ook schimmels van mens en dier dit geheime wapen, want deze ziekteverwekkers bezitten het eiwit Ecp6 ook.
Meer informatie in het nieuwsbericht>>
Ontdekking: eikenprocessierups gaat ondergronds
Iedereen gaat op zijn eigen manier om met de tropische temperaturen deze zomer. De eikenprocessierups heeft er ook een oplossing voor: ze gaat letterlijk ondergronds. Rupsendeskundigen hebben ontdekt dat de eikenprocessierupsen binnen één dag de boom kunnen verlaten om zich ondergronds te nestelen. Pas geleden zijn er voor het eerst grondnesten van de eikenprocessierups gevonden in Nederland.
Sommige nesten zitten half onder en half boven de grond, maar het komt ook voor dat een nest helemaal in de bodem zit. Voordeel is dan dat de brandharen zich niet zo gemakkelijk kunnen verspreiden en daardoor minder overlast geven. Nadeel is dat je de nesten niet ziet en dus bij het maaien of bij graafwerk onverwacht op een nest kan stuiten. Bovendien zijn de ondergrondse nesten veel lastiger te bestrijden dan de boomnesten.
Meer over de ontdekking van de grondnesten >>
Meer over de eikenprocessierups op deze website>>
De boel is vergald in Boskoop
Deze keer is het niet de boktor, maar de tamme-kastanjegalwesp die de gemoederen bezighoudt. Enkele exemplaren van dit insect zijn gevonden op vijf uit Italië geïmporteerde kastanjebomen. Dryocosmus kuriphilus, zoals de wetenschappelijke naam van het beestje luidt, is slechts 2,5 tot 3 mm groot, maar de belangrijkste plaag wereldwijd voor kastanjebomen. Het is de eerste keer dat dit schadelijke insect in Nederland is gevonden. Om verspreiding te voorkomen geldt de komende drie jaar een vervoersverbod voor tamme kastanjebomen rond Boskoop.
Er bestaan heel veel verschillende soorten galwespen die zo genoemd worden omdat ze de boom aanzetten tot de vorming van gallen. Vaak heeft een boom er weinig last van. Bekend zijn de gallen van de eikengalwesp (zie foto). De tamme-kastanjegalwesp veroorzaakt roze tot groen gekleurde vergroeiïngen (gallen) op twijgen en bladnerven. Het gevolg is dat de boom achterblijft met groeien en minder kastanjes produceert. En dan zit je in de (kastanje)puree.
Meer informatie en foto’s van de tamme-kastanjegalwesp>>
Meer informatie over de maatregelen>>
Pas op! Eikenprocessierups!
De eikenprocessierups rukt op naar het noorden en komt nu ook op plekken in Drenthe en Friesland voor. Veel gemeenten waarschuwen voor de rups vanwege de irriterende brandharen van het diertje. Mensen kunnen er uitslag, jeuk en rode ogen van krijgen. Dit jaar lijkt de overlast langer te gaan duren dan normaal. Hoe kan dat?
Meestal hebben de rupsen er om deze tijd van het jaar alweer 5 vervellingen opzitten en wordt het tijd om zich te verpoppen. Ze stoppen hun nachtelijke processies (optochten) en trekken zich terug in hun nest. Na een tijdje zullen ze dan als onopvallende nachtvlinders uitvliegen. Maar door het koude voorjaar heeft de ontwikkeling van een deel van de rupsen dit jaar vertraging opgelopen. Deze diertjes zijn nu pas aan hun vierde vervelling toe. De periode waarin de rupsen rondlopen duurt dit jaar dus langer.
Je moet overigens niet denken dat het na het verpoppen helemaal gedaan is met die lastige brandharen. Het rupsennest op de boom zit nog vol met vervellingen. En elk vervellingshuidje heeft wel honderdduizenden brandharen. Als het nest kapot gaat, komen al deze brandharen vrij.
Meer over de eikenprocessierups op deze website>>
De aardappelziekte: gentech of geen tech
Deze week worden verschillende onderzoeken naar de aardappelziekte Phytophtora afgerond. Onderzoekers hebben in totaal 24 verschillende resistentiegenen in (wilde en gecultiveerde) aardappelplanten ontdekt. Een resistentiegen zorgt ervoor dat de plant een indringer als Phytophthora herkent en een afweerreactie opstart waardoor de plant niet ziek wordt.
Veredelaars werken al heel lang aan het kruisen van wilde, resistente aardappelen met vatbare, cultuuraardappelen. Op die manier krijg je een aardappelras dat lekker smaakt, een hoge opbrengst heeft en minder vatbaar is voor Phytophthora. Het grote probleem is dat Phytophthora infestans, de veroorzaker van de aardappelziekte, erg flexibel is. Hij kan zich vrij snel aanpassen en het resistentiegen omzeilen.
De Phytophthora-onderzoekers verwachten dat het voor de parasiet veel moeilijker zal zijn om een combinatie van 3 tot 5 resistentiegenen te omzeilen. En nu er zoveel nieuwe resistentiegenen bekend zijn willen ze die graag uitproberen. Ze gaan ervan uit dat, doordat de planten minder vatbaar zijn voor Phytophthora, er ook minder chemische bestrijdingsmiddelen nodig zijn. Er is maar één struikelblok: 3 tot 5 genen tegelijk in een plant inkruisen is ondoenlijk met de oude veredelingsmethode. Met gentech kan het wel. Maar de onderzoekers hebben geen toestemming voor veldproeven met gentechplanten.
Lees meer over het onderzoek
Ga naar de gentech pagina van deze website
Lees meer over de aardappelziekte op deze website
Kale bomen door rupsenplaag
Iedereen kent wel het verhaal van Rupsje Nooitgenoeg. De laatste weken kruipen er zoveel Rupsjes Nooitgenoeg rond in de Nederlandse bossen dat sommige bomen compleet kaalgevreten worden. Grote boosdoeners zijn de kleine en grote wintervlinder en de eikenbladroller. De eitjes van deze vlinders komen in het voorjaar uit en de rupsen beginnen dan aan hun schranspartij. Vooral eikenbladeren zijn favoriet. De rupsen dienen op hun beurt weer als vogelvoer. Vanaf half juni gaan de rupsen verpoppen en kan de boom opnieuw in het blad komen.
Hoewel de rupsenplaag niet fataal is, verzwakt de boom er wel door. Vooral omdat er nu al drie jaar achter elkaar een dergelijke rupsenplaag voorkomt. Een verzwakte boom is gevoeliger voor andere ziekten en plagen. De eikenprachtkever bijvoorbeeld heeft een voorkeur voor verzwakte eikenbomen.
Lees meer over de rupsenplaag en over de kleine wintervlinder
Kijk ook eens naar het profielwerkstuk “Daar zit een luchtje aan….”
Aardappelexamen
Niet alleen middelbare scholieren hebben eindexamens. Ook planten en plantaardige producten doen af en toe examen. Neem nu bijvoorbeeld de pootaardappel. Pootaardappelen moeten in heel wat vakken examen afleggen. Om te beginnen is er de veldkeuring. Dit is een soort praktijkexamen waarbij gekeken wordt of alle aardappelplanten in het veld min of meer dezelfde eigenschappen hebben. Ook checkt de keurmeester of er ziekten in het gewas voorkomen, zoals aaltjes. Een tweede examen wordt afgenomen na de oogst: de aardappelknollen worden op het oog beoordeeld. Hierbij let de keurmeester onder andere op schimmelziekten. Tot slot worden de aardappels in het laboratorium getest op de aanwezigheid van verschillende virussen en bacteriën.
Afhankelijk van de uitslagen krijgen de aardappels een eindcijfer. Nou ja, eigenlijk een eindletter. Pootgoed wordt namelijk ingedeeld in verschillende kwaliteitsklassen, S, SE, E, A, B en C genaamd. Dit levert de aardappels een certificaat op. Zonder dit aardappeldiploma mag het pootgoed niet verhandeld worden. Nederland exporteerde in 2009 meer dan 700.000 ton pootaardappelen.
De eerste veldkeuringen starten begin juni. Voor de scholieren zitten de examens er dan al op.
Lees meer over de keuring van pootgoed>>
Gentech of geen tech?
Onderzoekers hebben ontdekt dat weersomstandigheden veel meer invloed hebben op de genexpressie (dus welke eiwitten een plant aanmaakt), dan het feit of een plant transgeen is (dus een extra gen heeft gekregen via gentech). De onderzoekers kwamen tot deze conclusie nadat ze gedurende drie jaar 60.00 (!) genen en de bijbehorende genproducten hadden vergeleken bij 3 verschillende maisrassen. Het eerste ras was ‘gewone’ mais dat door gangbare veredeling was verkregen. De andere 2 rassen waren transgeen. Het ene transgene ras was met gentech resistent gemaakt tegen een onkruidbestrijdingsmiddel. Het andere transgene ras was resistent tegen het schadelijke plaaginsect de Europese maiswortelboorder. Volgens de onderzoekers lijkt het erop dat gentech geen ingrijpender bijwerkingen heeft dan gangbare veredeling.
Lees meer over dit onderzoek>>
Lees meer over gentech en de maiswortelboorder>>
Biologische bestrijding van sprinkhaan
Het Oosten van Australië wordt geteisterd door een sprinkhanenplaag. Als er een zwerm van deze dieren op de akkers landt, is binnen een kwartier de hele oogst opgevreten. En de verwachting is dat de plaag alleen nog maar erger wordt de komende maanden. Wat is daartegen te doen? Je kunt vliegtuigen inzetten om met chemische bestrijdingsmiddelen te spuiten. Of je zet een natuurlijke vijand van de sprinkhaan in: de mens. Een Australische pizzabakker heeft sinds kort sprinkhanenpizza op het menu staan. En waarom ook niet? Van de wereldbevolking eet 80% weleens insect. Als er in bepaalde gebieden van Afrika een zwerm sprinkhanen langskomt, proberen de mensen er zoveel mogelijk te vangen voor consumptie. Sprinkhaan is erg voedzaam. Ook in Nederland komt er steeds meer belangstelling voor het verwerken van insecteneiwitten in voeding.
Blijft de banaan de pisang?
De banaan is de laatste jaren de pisang. Twee schimmelziekten (de Panamaziekte en Black Sigatoka) bedreigen wereldwijd de bananenteelt. Dat is ernstig want voor veel mensen is banaan het basisvoedsel. Chemische bestrijdingsmiddelen tegen Black Sigatoka zijn kostbaar en milieuvervuilend. Bovendien wordt de schimmel steeds beter bestand tegen deze fungiciden. Maar er is hoop!
De Black Sigatoka ziekte wordt veroorzaakt door de schimmel Mycosphaerella fijiensis. Onderzoekers hebben nu ontdekt dat deze bananenschimmel een eiwit maakt dat erg veel lijkt op een al bekend eiwit. Namelijk een eiwit van de tomatenschimmel Cladosporium fulvum. Als C. fulvum een tomatenplant aanvalt die resistent is, herkent de plant het schimmeleiwit en laat razendsnel de geïnfecteerde cellen afsterven: de schimmel is tegengehouden. Een niet-resistente tomatenplant herkent het eiwit niet, heeft geen afweerreactie en wordt ziek. De onderzoekers willen nu resistente bananenplanten ontwikkelen met behulp van de genen die in tomaat zorgen voor de herkennings- en afweerreactie.
Foto’s en filmpjes over bananenplantages en Black Sigatoka>>
Chocoladetomaat
Het is weer eens wat anders dan een chocolade paasei. In Guatemala groeit de laatste tijd “tomate de chocolate”. Het gaat hier niet om een echte chocoladetomaat, maar om een nieuwe plantenziekte. De chocoladeziekte wordt veroorzaakt door een plantenvirus. Het virus infecteert tomatenplanten en veroorzaakt typische bruine kringen en vlekken op de vruchten. Ook sterven de bladeren van de plant af. De boeren in Guatemala zijn uiteraard niet blij met deze nieuwe ziekte in hun gewas. De opbrengst daalt sterk en de vruchten zijn onverkoopbaar.
In Nederland is onderzoek gedaan naar het virus. De RNA sequentie van het virus is ontrafeld en het bleek een nog niet eerder beschreven virus te zijn. De onderzoekers hebben het virus de naam “tomatenchocolàtevirus” gegeven. De naam van een plantenvirus bestaat meestal uit de plantensoort die het virus als waardplant heeft, gevolgd door de ziektensymptomen die het virus veroorzaakt.
Lees meer>>
Boktor krijgt een staartje
De maatregelen na de vondst van de Oost-Aziatische boktor in Boskoop liggen nog vers in het geheugen. Andere EU-landen zijn nu bang dat ze bij het importeren van Nederlandse boomkwekerijproducten dit schadelijke insect er gratis bij krijgen. Om deze landen gerust te stellen zijn er extra maatregelen getroffen. Op die manier hoopt Nederland dat de handel en export gewoon door kan blijven gaan.
De aanvullende maatregelen houden in dat Boskoopse boomkwekerijbedrijven in de bufferzone extra inspecties krijgen. Verder moeten ze melden wat ze de afgelopen 1,5 jaar geëxporteerd hebben en waarheen. Ondertussen is het belangrijk dat er geen nieuwe boktorren in Nederland terechtkomen. Dat zou dweilen met de kraan open zijn. De invoer van planten en boompjes vanuit Azie naar Nederland wordt dus ook gecontroleerd. Pas geleden zijn er bij importpartijen 2 vondsten gedaan. Daarom zijn nu ook de importinspecties verder aangescherpt.
Lees meer over de boktor>>
Grauw en groen
Almere is één van de twee Nederlandse steden waar de PVV meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen. En dus is Almere de laatste tijd volop in het nieuws. De stad heeft niet echt een fleurig imago in de rest van het land. Bij Almere denken de meeste Nederlanders aan een grijze, grauwe stad. Toch klopt dat beeld niet helemaal. Er is ook “groen” nieuws te melden vanuit de stad.
In februari heeft de Christelijke Agrarische Hogeschool haar deuren officieel geopend in Almere in een tijdelijke huisvesting. Vanaf september kun je aan de nieuwe hogeschool twee HBO studies volgen: Toegepaste Biologie en Natuur, economie en leefomgeving. CAH Almere heeft als uitgangspunt dat natuur onmisbaar is voor mensen. Juist ook in een dichtbevolkte stad. Maar hoe kan de natuur zich in een stad ontwikkelen? Hoe beïnvloeden planten, dieren en mensen elkaar? En welke economische belangen spelen daarbij een rol? Hoe ga je dat allemaal aanpakken?
Wil je meer weten over de CAH Almere of een keer een open dag bezoeken? Kijk dan op onze pagina Studeren.
Grote waternavel
De grote waternavel is een waterplant die veel overlast veroorzaakt. Hij groeit zo hard dat Nederlandse sloten binnen de kortste keren dichtgroeien. Hierdoor kan het water niet goed doorstromen. Daarnaast verdringt hij inheemse waterplanten en verstoort het natuurlijk evenwicht in de sloten en vaarten.
De plant is een invasieve exoot. Dat betekent dat hij van nature niet in ons land voorkomt en zich hier uitbreidt ten koste van de inheemse flora en/of fauna. Hij is ooit ingevoerd uit Noord-Amerika als snelgroeiende vijverplant. Sinds 1994 komt hij in ons land “in het wild” voor. Niet alleen planten, maar ook dieren, bacteriën en virussen kunnen als invasieve exoot ons land binnenkomen. Denk maar aan de eikenprocessierups.
Je zou denken dat een koude winter er wel voor zorgt dat de plant het loodje legt. Inderdaad dunt het aantal grote waternavels aardig uit in een koude winter. Maar er overleven toch altijd een paar planten, die in het voorjaar en de zomer zich weer razend snel uitbreiden. Dan zit er niks anders meer op dan de plant mechanisch te bestrijden: verwijderen dus. Het ministerie van LNV en de tuincentra hebben nu afspraken gemaakt over de verkoop van dit soort woekerende waterplanten.
Kijk naar een (ander) filmpje over de grote waternavel
Stressmeter voor planten
Bijna 10 jaar lang is eraan gewerkt: een camera die kan meten of een plant gestrest is.
Hoe gaat dat in zijn werk? Het idee is dat in een gestreste plant de fotosynthese niet optimaal verloopt. Door het meten van afwijkingen in de fotosynthese kun je zien of en waar in de plant stress optreedt. Een camera meet de fluorescentie van de bladeren. Op de plekken waar de fluorescentie hoog is, verloopt de fotosynthese niet goed als gevolg van stress. Lage fluorescentie betekent stressvrij.
De plant op de foto hiernaast is het onkruid zwarte nachtschade. De onderzoekers hebben een paar druppels herbicide (onkruidbestrijdingsmiddel) aan de plant gegeven. Het herbicide is door de plantenwortels opgenomen en is daarna met de sapstroom mee verspreid door de nerven. Het herbicide veroorzaakt stress in de plant, zoals je kan zien aan de fluorescerende bladnerven. Met het blote oog is dit niet te zien, maar met de speciale camera is het wel goed meetbaar.
Andere vormen van plantenstress zijn bijvoorbeeld koude, droogte en ziekte. Deze stressmeter zou dus een handig hulpmiddel kunnen zijn voor plantenveredelaars. Om snel planten te selecteren die goed bestand zijn tegen stressfactoren. Maar je kunt ook denken aan andere toepassingen. In een kwekerij kun je door te scannen met de camera al in een vroeg stadium zieke, gestreste planten eruit pikken. Zo voorkom je dat de ziekte zich verder verspreidt.
Lees meer>>
en bekijk meer foto’s>>
Slimme slijmzwam
De slijmzwam Physarum polycephalum is een bijzonder geval: het ziet eruit als een felgele klodder slijm. In zijn zoektocht naar eten vormt deze slijmschimmel een zeer efficiënt netwerk van buisvormige draden. Eerder al bleek de slijmzwam gemakkelijk zijn weg te kunnen vinden in een doolhof. Als de kortste route gevonden is, worden de overbodige draden weer afgebroken.
In Japan hebben ze deze slijmzwam nu een spoorwegnetwerk voor de stad Tokio laten “ontwerpen”. Ze lieten P. polycephalum tussen verschillende havervlokken (“de stations”) groeien. Het dradennetwerk kwam aardig overeen met het bestaande spoorwegnetwerk. En het benaderde het optimale theoretische ontwerp zelfs meer dan het bestaande netwerk.
De slijmzwam groeit het liefst op donkere vochtige plekken, zoals op rottend hout of bladeren. De slijmklodder beweegt zich als het ware naar het donker toe, waarbij het een zilverachtig slijmspoor achterlaat. Deze eigenschap gebruikten Engelse onderzoekers om een plasmobot te maken. Een lichtgevoelige robot die aangestuurd wordt door een slijmzwam.
De boktor van Boskoop
Met ingang van vandaag zijn er in Boskoop drastische maatregelen getroffen om de beruchte Oost-Aziatische boktor te bestrijden. In een straal van 100 meter rond de vondst van dit quarantaine-organisme worden alle loofbomen en struiken geruimd (waaronder 17 particuliere tuinen). Alle boomkwekerijproducten in een straal van 2 km rond de vondst mogen pas verhandeld worden na grondige inspectie door medewerkers van de Plantenziektekundige Dienst (PD). De Oost-Aziatische boktor komt van oorsprong voor in China, Japan en Korea en verspreidt zich via import van bijvoorbeeld besmette bonsaïboompjes naar andere landen. De larven van de boktor kunnen grote schade aanrichten in loofbomen en struiken doordat ze lange gangen in het hout knagen. Boskoop is het centrum van de Nederlandse boomteelt en men wil koste wat kost voorkomen dat de boktor zich hier vestigt.
Kijk naar RTL nieuws>> (tip: negeer de opmerking over uitgebroede larven)
Luister naar NOS radio>>