pwsbiologischebestrijding-vraagstelling

Profielwerkstuk : Slug Invaders

Start Vraagstelling Experiment Informatie Links

Vraagstelling

Hieronder staan een aantal vragen die je als uitgangspunt kunt nemen voor je profielwerkstuk of om ideeën op te doen voor achtergrondinformatie.
Op de pagina Links van dit profielwerkstuk zijn voor elke vraag interessante links met meer informatie te vinden.


Biologisch of chemisch? Of allebei een beetje?

Bij biologische bestrijding van plantenziekten wordt gebruik gemaakt van natuurlijke vijanden. De laatste jaren neemt het gebruik van biologische bestrijders in de land-en tuinbouw toe. Er komen ook steeds meer verschillende soorten natuurlijke vijanden. In het algemeen is biologische gewasbescherming een stuk milieuvriendelijker dan chemische gewasbescherming. Beide methoden hebben voor- en nadelen. Een boer of teler kan ook biologische én chemische methoden gebruiken. Dit noem je geïntegreerde gewasbescherming. Je moet dan wel goed oppassen dat de middelen die je spuit niet schadelijk zijn voor de biologische bestrijders in het gewas. Er komt dus heel wat kijken bij een goede gewasbescherming. Meer dan je op het eerste gezicht denkt.


In evenwicht?

Het is belangrijk dat er tijdens de teelt een natuurlijk evenwicht ontstaat tussen het plaagorganisme en zijn natuurlijke vijand(en). Omdat een kas een gesloten systeem is, waarbinnen je de omgevingsfactoren enigszins in de hand hebt wordt in de glastuinbouw vaak met succes biologische bestrijding toegepast. Hier hoort een hele aparte tak van wetenschap bij: de populatiebiologie. Hoe snel ontwikkelen de populaties van predator en plaag zich? Te weinig natuurlijke vijanden is niet goed, maar teveel ook niet. De roofmijt Amblyseius swirskii kan ook overleven op stuifmeel van sommige gewassen. Op die manier kan hij zich blijvend vestigen in een gewas en overleeft hij wanneer de prooien (tijdelijk) op zijn.
Bij het uitzetten van een nieuwe bestrijder moet je goed uitkijken of er geen verstoring van het natuurlijk ecosysteem plaatsvindt. Sommige diertjes die ooit zijn ingezet om orde op zaken te stellen, vormen nu zelf een plaag, zoals het Aziatisch lieveheersbeestje.


Oneindig veel mogelijkheden?

Bij biologische gewasbescherming denken mensen meestal meteen aan insecten die andere insecten bestrijden. Hierbij staat het lieveheersbeestje dat bladluizen verslindt met stip op 1. Maar je kunt schadelijke insecten ook met bacteriën, aaltjes, schimmels of virussen bestrijden. Niet alleen insecten, maar ook andere plantenbelagers zijn biologisch te bestrijden. Er zijn allerlei mogelijke combinaties van natuurlijke vijanden en plantenziekten te bedenken. De meeste combinaties zijn erg specifiek. Dat betekent dat de bestrijder specifiek één of een paar soorten tot doelwit heeft en heel gericht ingezet kan worden zonder schade voor andere organismen. Maar er bestaan ook minder kieskeurige alleseters, zoals de polyfage roofmijt Amblyseius swirskii. De laatste jaren zijn er steeds meer verschillende natuurlijke vijanden in de land-en tuinbouw ingezet.


Nematoden. Wat zijn dat?

In het experiment dat bij dit profielwerkstuk hoort bestrijd je slakken met de nematode Phasmarhabditis hermaphrodita. Bij de bestrijding van de eikenprocessierups proberen ze nu hetzelfde te doen met een andere nematodensoort (Steinernema feltiae). Hiermee lopen dit jaar in verschillende gemeenten experimenten. Ook andere insecten kunnen met nematoden bestreden worden, bijvoorbeeld engerlingen met Heterorhabditis bacteriophora. In alle gevallen dragen de aaltjes een specifieke insectendodende bacterie met zich mee.
Er bestaan ontzettend veel verschillende soorten nematoden. De meesten leven in de bodem. Van de 1200 verschillende soorten nematoden in de Nederlandse bodem, zijn er ook ongeveer 100 soorten die juist schadelijk zijn voor planten. Plantenparasitaire aaltjes tasten de wortels aan en veroorzaken ernstige misvormingen en opbrengstverlies aan gewassen. Berucht zijn het wortelknobbelaaltje in verschillende gewassen en het cystenaaltje, dat aardappelmoeheid veroorzaakt. Ook komen er aaltjes voor die een plantenvirus overbrengen. Gelukkig bestaan er ook weer nematoden die deze nematoden op het menu hebben staan.