Wat mot je?

Overal slaan ze toe, de rupsen van de buxusmot (Cydalima perspectalis). Ze doen zich massaal tegoed aan het blad van buxusplanten. Uit heel het land komen meldingen van compleet kaalgevreten struiken en heggen, die niet meer te redden zijn. Zoals in Zeeland, Utrecht en Gelderland.

Een rups van de buxusmot  wandelt over een takje van zijn eten, buxus. Foto: F. Bohringer. CC A-SA 2.5

Je kent ze vast wel, buxushaagjes in tuinen. Sommige tuinliefhebbers hebben ook grotere buxusstruiken, die ze in allerlei vormen snoeien. En bij boerderijen en in paleistuinen, zoals bij Versailles, zijn de groenblijvende planten ook populair. Nou ja…. groenblijvend….niet als het aan de buxusmot ligt.
Voor de meeste dieren (en de mens) is buxusblad giftig, maar de rupsen van de buxusmot vreten het als kool. Ze eten, groeien en poepen net zo lang totdat ze gaan verpoppen. De plant waar de beestjes op zitten krijgt steeds meer dorre, bruine takken met vieze spinseldraden. Als dit ieder jaar opnieuw gebeurt, verzwakt de plant waardoor ook andere plantenziekten meer kans krijgen.

 

Zie jij ze ook vliegen?

De buxusmot (Cydalima perspectalis). Foto: D. Descouens. CC-ASA3.0

De buxusmot is een kleine witte nachtvlinder. De motjes zijn ongeveer 4 cm groot en de vleugels zijn halfdoorschijnend, zilverwit met een bruin randje. Terwijl de rupsen in grote getalen zichtbaar aanwezig zijn in een aangetaste plant, worden de motjes veel minder vaak gezien.

De buxusmot is oorspronkelijk uit Azië afkomstig. In 2006 is het beestje per ongeluk naar Europa meegereisd in een importlading en sindsdien breidt het motje zich langzaam maar zeker uit. Het is dus een invasieve exoot. In een jaar tijd kan de soort zich 5 tot 6 kilometer verplaatsen binnen Europa. Ook in België, Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittanië is het diertje aan een opmars bezig. Met alle gevolgen vandien. Niet alleen in particuliere tuinen is de buxusmot een probleem. Ook kwekerijen, begraafplaatsen en gemeenten zitten met de handen in het haar.

Buxusmot graaft eigen graf

Na de opkomst van de buxusrupsen in de zomers van 2017 en 2018, hoor je er nu niet zo veel meer over. Terwijl de rupsen zich eerst massaal tegoed deden aan het blad van buxusstruiken en er overal kaalgevreten heggetjes te zien waren, fladdert er nu nog maar af en toe een verdwaalde buxusvlinder langs.

Het lijkt erop dat het natuurlijk evenwicht zich aan het herstellen is. Koolmezen en andere vogels zijn behulpzaam geweest bij het bestrijden van de rupsenplaag. Bovendien is er weinig te eten meer over voor de rupsen zelf. Alle buxusplanten zijn al kaal of ze zijn vervangen door andere plantensoorten. En dat lusten de rupsjes niet. De buxusmot lijkt een beetje op haar retour.

Koninklijke ellende

27 kilometer aan buxushagen in de paleistuin in Apeldoorn zijn vervangen (ongeveer 90.000 struiken). Allemaal vanwege een plantenziekte. Bron:Wikipedia

Helaas hebben buxusplanten nog meer te vrezen dan alleen de buxusmot. Sinds een jaar of tien vormt ook de schimmel Cylindrocladium buxicola een bedreiging. Deze plantenziekte veroorzaakt donkerbruine vlekken op de bladeren en stengels van de struikjes.
Tuinliefhebbers zijn met hun zorgen om hun buxusplanten trouwens in koninklijk gezelschap. Want ook in de tuin van paleis Het Loo hebben de buxusplantjes het flink moeten ontgelden.
Er is in de afgelopen jaren 27 kilometer aan heggen gerooid bij ’t Loo! De buxus daar is vervangen door heggetjes van Japanse hulst (Ilex crenata). Deze plantensoort staat niet op het menu van de buxusmot. Een geluk bij een ongeluk dus.

 

Wat mot ik nou?

Wanneer ze je planten kaalvreten, wil je natuurlijk iets doen. Maar wat? Probleem bij de bestrijding van de buxusmot, is dat een aantasting in het begin nauwelijks opvalt. Het motje legt haar minuscule eitjes aan de onderkant van het blad en de jonge rupsjes eten eerst onopvallend van de onderzijde. Vervolgens verschansen ze zich in spinsels tussen de takjes, in het begin vaak in het midden van het struikje, zodat ze moeilijk te zien zijn. Op het moment dat je iets opvalt aan je heg, ben je eigenlijk al te laat. Het advies is dan om aangetaste takken ruim af te knippen en in een plastic zak weg te gooien. Dus niet bij het groenafval! Want dan kruipen ze vrolijk naar de heg van de buren…

Rupsen van de buxusmot hebben een struik in bezit genomen: kale bladsteeltjes vol spinsels. Foto: A Besheva. CC-ASA 4.0

Wat mot ik nog meer?

Er zijn een beperkt aantal chemische middelen in de handel, maar die mogen niet altijd en niet door iedereen gebruikt worden. Biologische bestrijding is dan ook een duurzamere optie. De meest simpele oplossing is zorgen voor een vogelvriendelijke omgeving, bijvoorbeeld met nestkastjes. Vogels houden namelijk wel van een lekkere rupsensnack!
Dat dit werkt en het natuurlijk evenwicht zichzelf herstelt blijkt. In 2019 zijn er veel minder buxusmotten. Komt waarschijnlijk ook omdat er simpelweg veel minder te eten is voor ze: alle buxusstruiken zijn kaal of vervangen door andere plantensoorten.

Als biologisch gewasbeschermingsmiddel wordt soms Xentari gebruikt. Dit is een preparaat met bacteriën die specifiek rupsen doden. Ook parasitaire aaltjes kunnen ingezet worden om rupsen tegen te gaan. In alle gevallen blijven de rupsen lastig te bestrijden omdat ze beschermd zitten in hun nesten van spinseldraden.
Het is ook mogelijk de mannetjes vlinders weg te vangen. Hiervoor worden feromoonvallen gebruikt. De mannetjes komen af op de sex-lokstof van de vrouwtjes van de mot en zitten dan gevangen.

 

En we noemen hem…

De buxusmot heeft verschillende wetenschappelijke namen. Tegenwoordig wordt meestal de Latijnse naam Cydalima perspectalis gebruikt. Maar de synoniemen Glyphodes perspectalis en Diaphania perspectalis kom je ook nog tegen. De buxusmot legt haar eitjes alleen op buxus. De latijnse naam van het lievelingseten van de buxusmot is Buxus sempervirens.

 

Meer

Meer informatie over de buxusmot vindt je hier (pdf) >>