Plantenziekten, -plagen of onkruiden te lijf gaan met hun natuurlijke vijanden – daar komt het op neer bij biologische gewasbescherming. In de natuur vindt dit voortdurend vanzelf plaats. Door de natuurlijke vijanden doelgericht uit te zetten of te bevoordelen (bijv. door een geschikte omgeving voor hen te creëren) kunnen we de natuur een handje helpen.
Enkele voorbeelden van biologische bestrijders zijn:
- lieveheersbeestjes (volwassenen en larven)
- roofwantsen
- roofmijten
- sluipwespen leggen hun eitjes IN een ander insect. Als het eitje uitkomt heeft de larve meteen wat te eten…
- bacteriën en aaltjes:
– samen tegen de eikenprocessierups
– sluginvaders (profielwerkstuk)
Biocontrol met micro-organismen
In het verleden ging het bij biologische bestrijding vaak om het tegengaan van plaaginsecten met behulp van andere insecten (natuurlijke vijanden). Maar wist je dat er ook schimmels, bacteriën en virussen zijn die plantenziekten of schadelijke insecten onder controle kunnen houden? Een voorbeeld van deze manier van biocontrol is de toepassing van bacteriofagen tegen de ziekte bacterievuur in appel- en perenboomgaarden. Een bacteriofaag is een virus dat specifiek een bacterie aantast.
In Brazilië is het gebruik van microbial biocontrol veel gangbaarder dan in Nederland.
Combineren
Een combinatie van biologische bestrijding, chemische bestrijding en allerlei cultuurmaatregelen wordt wel geïntegreerde gewasbescherming (IPM) genoemd. Ook wordt wel gesproken over ICM: Integrated Crop Management.
Zombie’s, Lijfwachten en oorlogsvoering
>> Bekijk een filmpje over een zombierups
>> Kom van alles te weten over Biologische oorlogsvoering bij insecten
>> Lees hoe planten de hulp van hun lijfwachten inroepen
Lees alles over natuurlijke vijanden in Natuur-als-bondgenoot.
Biologische teelt – totaal zonder kunstmatige chemische stoffen
Als je zeker wilt weten dat er geen residuen van chemische middelen op de producten terechtkomen, kun je kiezen voor de biologische teelt. Hierin wordt niet gespoten met kunstmatig-geproduceerde chemische middelen. Er wordt soms wel gespoten met plantenextracten. Hierin zitten uiteraard ook chemische stoffen, maar ze zijn van natuurlijke oorsprong. Door aanpassingen in de teelt, worden ziekten en plagen zo veel mogelijk tegengegaan. Hierbij kun je denken aan het met de hand rupsen verwijderen en onkruid wieden of het stimuleren van natuurlijke vijanden door het gebruik van groenstroken langs de akker.
In de biologische landbouw wordt ook geen gebruik gemaakt van kunstmest, maar alleen van organische mest (dierlijke mest of compost). Organische mest stimuleert het bodemleven, wat het uitbreken van bodemziekten vaak tegengaat. In bijna alle gevallen is biologische teelt duurder dan gangbare teelt, zodat producten ook meestal duurder zijn. Er is meer kennis voor nodig, je moet beter waarnemen, en het kost meer tijd om maatregelen uit te voeren. Biologische producten vallen onder strenge eisen. Er bestaan verschillende keurmerken (o.a ECO).
Meer over biologische landbouw in dossier GroenKennisnet en dossier AgriHolland