Het is heerlijk weer en dus een perfecte gelegenheid om erop uit te gaan. Op onze website staan tips om buiten het klaslokaal zelf op onderzoek te gaan. En nu ook met een nieuwe rubriek: Anders kijken.
Iedereen kent wel een buurman die de heg kaarsrecht snoeit en klaagt over een bloeiende paardenbloem tussen de terrastegels. Dat soort onkruid wordt zonder na te denken uitgeroeid. Om maar niet te beginnen over meeldauw op de rozestruik, bladluizen op de tuinbonen en slakken in de hortensia’s. Maar wanneer je planten en plantenziekten aandachtig bekijkt, dan zien ze er vaak fantastisch uit. Ga erop uit en ontdek ook de schoonheid ervan!
Een wants, herkenbaar aan de driehoekige vorm, op een blad. Wantsen zijn er in allerlei kleuren en zien er schitterend uit als je ze aandachtig bekijkt (foto: Pixabay).
Planten zijn ware overlevingskunstenaars! Van extreme hitte en droogte tot overstromingen en hoge concentraties zout in de bodem: planten hebben bijzondere manieren ontwikkeld om hiermee om te gaan. Tijdens een speciale masterclass voor scholieren ontdek je hoe planten zich kunnen aanpassen aan extreme omstandigheden en welke slimme overlevingsstrategieën ze gebruiken. Je doet zelf experimenten en ziet met eigen ogen hoe planten reageren op stress.
Wanneer: dinsdag 27 mei van 10:00 – 15:00 uur. Waar: Wageningen Universiteit Voor wie: nieuwsgierige middelbare scholieren uit havo 4, vwo 4 of vwo 5 met interesse in biologie. Verder: Het kan mooi aansluiten bij een profielwerkstukonderzoek. Kosten: geen. Meer info en aanmelden
Plantenwetenschappen en plantgezondheid is een veelzijdig vakgebied en interessant om te studeren. Meer informatie en activiteiten vind je in deze nieuwsbrief>>
* Misschien ook interessant voor je: Klimaatverandering en plantenziekten. Wil je hier meer over weten? Op deze website is hier de info te vinden!
Met een boom in de fietskar op pad (foto: Circle4Change)
Bruno Doedens en zijn 95-jarige vader willen de natuur een handje helpen. Daarom zijn ze het project Circle4Change gestart. Bruno fietst in een grote cirkel door negen Europese landen. En hij neemt op zijn tocht een boom mee in een karretje achter zijn fiets. Overal waar hij komt planten ze nieuwe bomen aan. Zo ontstaat er tijdens de reis een enorme bomencirkel over Europa. En dat draagt weer een beetje bij aan de leefbaarheid op onze aardbol. Want bomen zijn (net als andere planten) onmisbaar voor het leven op aarde.
Vrijdag 11 april is uitgeroepen tot PesticideVrij-dag. Veel mensen zijn bezorgd over de negatieve effecten van gewasbeschermingsmiddelen op mens en milieu. De laatste tijd is er veel te doen om een mogelijk verband tussen gewasbeschermingsmiddelen en ziekten als Parkinson. Dit verband is heel lastig aan te tonen. Het Ctgb (de instantie die over de toelating van gewasbeschermingsmiddelen beslist) werkt doorlopend aan aanpassingen van de toetsmethoden en neemt dit ook mee. Actievoerders, bijvoorbeeld van Extinction Rebellion, vinden dat we hier niet op moeten wachten maar dat middelen per direct verboden moeten worden. Dat is de enige manier om ieder risico uit te sluiten. De verwachting is dat helemaal stoppen met het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen tot grote oogstverliezen zal leiden.
Meer over Gewasbescherming >>
Een wekstof tegen aardappelmoeheid… Wat moet je je daar nu bij voorstellen? Is het een manier om vermoeide aardappelen wakker te schudden? Of een middeltje in het geval je geen trek meer hebt in aardappelen?
Nee, het zit zo: In de bodem leven aardappelcystenaaltjes (ook wel nematoden genoemd). Het zijn microscopisch kleine wormpjes die eitjes leggen die jarenlang onveranderd in de bodem overleven. Aardappelplanten scheiden via hun wortels bepaalde stofjes (chemische verbindingen) uit. Jonge cystenaaltjes reageren al op heel lage concentraties van deze zogenoemde wekstof. Door de wekstof wordt het aaltje in een eitje ‘wakker’ en komen de eitjes uit. De jonge nematoden worden door de uitgescheiden wekstof naar de plantenwortel gelokt. Vervolgens zullen ze de plantenwortel parasiteren en aantasten. Deze ziekte heet aardappelmoeheid.
Het idee is nu om de aaltjes uit de eitjes te lokken op een moment dat er nog niets groeit op het veld. Dit gebeurt met behulp van wekstof die verzameld is uit plantenwortels. Wanneer je deze tactiek van lure and starve (lokken en laten verhongeren) toepast vermindert de populatie aaltjes vanzelf. Deze manier om wekstoffen te gebruiken in plaats van chemische bestrijdingsmiddelen wordt nu onderzocht.
Ieder jaar is het weer raak met de Suzuki fruitvlieg. Dit fruitvliegje Drosophila suzukii legt haar eitjes in zacht fruit, zoals kersen. Deze gaan daardoor rotten. Weg lekkere kersenoogst…. Boomgaarden overdekken met insectengaas helpt, maar als er toch een paar vliegjes binnenkomen (en dat is bijna niet tegen te houden), dan is binnen een maand de hele boomgaard aangetast.
De Suzuki fruitvlieg is een exoot uit Zuidoost-Azië en heeft hier geen natuurlijke vijanden. Daarom is in het gebied van herkomst gezocht. Onderzoekers vonden daar de sluipwesp Ganaspis kimorum, die ze hier hopen in te kunnen zetten als biologische bestrijder van de Suzuki fruitvlieg.
Exoot uit Azië
Nu is het niet verstandig om een insect (of een ander dier of plant) van de andere kant van de wereld te halen en hier zomaar los te laten. Dat is in het verleden al vaker fout gegaan, bijvoorbeeld met het Aziatisch lieveheersbeestje. Er is dus vooraf goed onderzocht of deze sluipwesp inheemse soorten niet lastig valt. En er is speciale toestemming nodig. Die toestemming is nu gegeven. En dus kan dit voorjaar het experiment met Ganaspis kimorum van start gaan in de kersenboomgaarden.
Speciaal voor Valentijnsdag: een komkommer in hartjesvorm laten groeien (foto: Rungis)
Speciaal voor Valentijnsdag worden er hartvormige komkommers gekweekt. Het principe is eigenlijk heel simpel. Je doet een hartvormige huls om de vrucht waardoor die gedwongen wordt in een hartvorm te groeien. Natuurlijk moet je er wel voor zorgen dat de huls doorzichtig is en licht doorlaat. Anders worden de komkommerhartjes wel heel erg bleekjes…
Al heel lang proberen mensen om de groei en het uiterlijk van planten te sturen. Plantenveredelaars proberen smaak, vorm, opbrengst en weerbaarheid van planten tegen ziekten en plagen te optimaliseren. Maar soms worden plantenziekten ook juist ingezet om een plant waardevoller te maken. Voorbeelden hiervan zijn de tulpen in de 17e eeuw. En tegenwoordig kerststerren met een fytoplasma-infectie. Naar voorbeelden>>
Bloem van Gerbera die aangevreten is door rupsen van de Turkse mot. Is feromoonverwarring de oplossing? (foto: Glastuinbouw Nederland)
In februari start bij bloementelers een proef met feromonen. Doel van de proef is om te kijken of het lukt om de Turkse mot uit te schakelen door feromoonverwarring. De rupsen van de Turkse mot (Chrysodeixis chalcites) eten graag van de bloemen en bladeren en zorgen zo voor veel schade. Feromoonverwarring moet uitkomst bieden. De tactiek werkt als volgt: in de kas worden zoveel feromonen in de lucht gebracht dat de mannetjes en vrouwtjes van de Turkse mot elkaar niet meer kunnen vinden. Hierdoor is er geen (of in ieder geval minder) voortplanting van de motten. Voor de proef worden sexferomonen van de vrouwtjes van de Turkse mot gebruikt.
Het principe is eerder al met succes toegepast in de tomatenteelt. Daar werd toen door feromoonverwarring de paring van de mot Tuta absoluta grondig verstoord.
Overigens kunnen feromonen ook op andere manieren nuttig toegepast worden. Bijvoorbeeld om schadelijke insecten in een val te lokken. Meer weten over feromonen? Of interesse in een PWS over feromonen? Lees meer in Daar zit een luchtje aan… >>
Wist je dat er in een handje aarde evenveel organismen leven als dat er mensen zijn op onze planeet? De bodem zit vol met wormen en insecten en heel veel verschillende schimmels en bacteriën. Een goed evenwicht tussen al deze organismen samen zorgt ervoor dat de bodem gezond is en planten er goed op kunnen groeien. Dit noem je bodemgezondheid.
Strokenteelt (foto: Wur).
Strokenteelt
Uit onderzoek blijkt dat strokenteelt goed werkt om de bodemgezondheid te vergroten en in stand te houden. Bij strokenteelt groeien verschillende gewassen in rijen naast elkaar. Bijvoorbeeld kool naast bietjes en pompoen naast tuinbonen. In bodems met strokenteelt groeien meer micorrhizaschimmels, die gunstig zijn voor de plant.
Gezonde bodem
Strokenteelt kan de natuurlijke verdediging van planten tegen ziekten en plagen versterken. Uit onderzoek blijkt dat aardappels in strokenteelt minder last hebben van bladluizen. Dat komt enerzijds doordat er meer biodiversiteit op de akker is en dus meer natuurlijke vijanden van de bladluizen, zoals lieveheersbeestjes. Maar onderzoekers toonden aan dat er nog iets speelt: wanneer aardappels opgroeien op een bodem die afkomstig is van strokenteelt, dat hebben ze sowieso een betere afweer tegen bladluizen.
MoestuinMix
Onderzoekers van het project CropMix zijn benieuwd welke gewascombinaties het beste werken om planten gezond te houden. Daarvoor roepen ze nu de hulp in van mensen met een moestuintje. Meer over het project CropMix en de moestuinen
Meer over Bodemgezondheid op deze website: Down to earth
Hoewel ze het hele jaar te vinden zijn, is de herfst bij uitstek de tijd om op zoek te gaan naar zwammen. Buiten goed om je heen kijken levert vaak mooie ontdekkingen op! En daarvoor hoef je niet naar een ver buitenland, het kan ook gewoon bij jouw om de hoek. Zo is er in een stadspark midden in Utrecht een voor Nederland nieuwe soort gevonden: ontdekking van de goudengaatjeszwam.
Sommige houtzwammen tasten levende bomen aan (zoals de honingzwam), maar vaak zijn deze schimmels zwakteparasieten of zelfs necrotroof (schimmels die alleen op dood hout leven). Ze zijn onmisbaar voor een evenwichtig ecosysteem omdat ze houtvezels afbreken en zo zorgen voor voedingsstoffen in de bodem.
Proef met kolonisatie van kleine beukenhoutblokjes door schimmeldraden van de gewone zwavelkop (Bron: NIOO-KNAW).
Uit onderzoek blijkt dat het inbrengen van houtsnippers in een akker prima werkt om de groei van gunstige schimmels in de bodem te stimuleren. En daarmee verbeter je ook de plantengroei. Want schimmels die plantenziekten veroorzaken worden namelijk onderdrukt door de houtschimmels. Bijkomend voordeel is dat de overmaat aan stikstof, die anders uit zou kunnen spoelen, door de houtschimmels wordt opgenomen.
Meer over houtafbrekende schimmels>>
Chiquita heeft samen met Nederlandse plantenwetenschappers de ‘Yelloway One’ ontwikkeld: een bananenvariant die resistent is tegen twee belangrijke plantenziekten die de bananenteelt wereldwijd bedreigen.
Oogst en vervoer van bananen in Oeganda (foto: Beat Roth via Pixabay).
De ziekten Panama Disease en Black Sigatoka bij banaan kosten jaarlijks een fortuin aan bestrijding. In sommige gevallen ook nog tevergeefs waardoor complete plantages verwoest worden door de schimmelziekten. Een ramp voor de bevolking in de tropen, voor wie de banaan een belangrijk onderdeel is van het dagelijkse menu.
De nu ontwikkelde banaan Yelloway One is resistent tegen de twee schimmels die de ziekten in banaan veroorzaken. De onderzoekers willen nog meer resistente variëteiten ontwikkelen. Hierdoor zijn in de toekomst minder bestrijdingsmiddelen nodig en wordt de bananenproductie duurzamer. En als de bananenplanten gezond blijven dan heeft dat natuurlijk ook een positief effect op de opbrengst en de voedselzekerheid.
Korenbloem of margriet? Jongeren weten het vaak niet! (foto:Pixabay)
Jongeren kennen veel voorkomende planten niet meer. Korenbloem of margriet? Ze weten het niet!
Dit blijkt uit onderzoek van Natuurmonumenten. De organisatie denkt dat het komt omdat er simpelweg minder natuur is. De biodiversiteit gaat achteruit en we zien en ruiken minder planten om ons heen. Uit het oog, uit het hart. Ze pleiten dan ook voor meer natuuronderwijs.
We zoeken het op
Maar misschien valt het nog best mee met de kennis en interesse van jongeren voor natuur. Het kan ook zo zijn dat jongeren veel meer gebruik maken van apps als ObsIdentify. Als je het kunt opzoeken, dan is er minder noodzaak om het te onthouden, toch?!
Maar dit neemt niet weg dat natuuronderwijs belangrijk is. En dan vooral ook buiten. Dus ga lekker Erop uit met deze les ideeën! En ontdek zelf wat er allemaal voor moois is. En als je de naam niet weet, dan zoek je het toch gewoon op. Dat geldt trouwens ook voor plantenziekten; een hele Beeldenbank vol is er nog te ontdekken!
De grijze bacteriestam produceert tailocine (faagstaart), dat dodelijk is voor de blauwe en roze stammen. Door evolutie van zijn eigen membraaneiwitten, is de grijze stam niet gevoelig voor het tailocine. (Bron: Science)
Op een plant komen heel veel verschillende micro-organismen voor, waaronder ook allerlei bacteriën, die de plant graag infecteren en parasiteren. Tussen al deze ziekteverwekkende bacteriën is een continue onderlinge concurrentiestrijd aan de gang. Wie infecteert de plant als eerste en groeit het snelst? De bacteriën hebben in de loop der tijd zo hun eigen methoden ontwikkeld om rivalen tegen te houden. Bekend is de productie van antibioticum om de groei van anderen te remmen. Maar het kan ook anders…
Giftig tailocine
Nu is er een bacterie ontdekt (Pseudomonas viridiflava), die een aantal genen van een bacteriofaag heeft overgenomen om zich te wapenen tegen concurrenten. Een bacteriofaag is een virus dat bacteriën infecteert – het heeft de vorm van een bolletje met een staart (’tail’). De genen die coderen voor het staart-eiwit van de faag zijn lang geleden door P. viridiflava opgenomen in zijn eigen genoom. Op die manier kan de bacterie tailocine (giftig faagstaart-eiwit) produceren en daarmee concurrenten uitschakelen. Zelf is P. viridiflava ongevoelig geworden voor tailocine (zie illustratie).
Een schaapskudde op de uitgestrekte paarse heide. Het is een idyllisch plaatje dat ieder jaar in augustus veel mensen trekt. Maar dit jaar wordt dit lieflijke beeld op veel plaatsen verstoord.
Welk dier is hier de oorzaak van?
1. de wolf
2. het heidehaantje
3. het schaap
Op een groot internationaal botanisch congres is besloten om wetenschappelijke plantennamen die racistische termen bevatten om te dopen. Het gaat dan bijvoorbeeld om de struik hibbertia (vernoemd naar de 18e eeuwse botanist en slavenhandelaar George Hibbert) en de kafferboom (kaffer is een oud discriminerend scheldwoord).
Een koraalboom (Erythrina affra) die langs de Zuid-Afrikaanse kust staat, bloeit met opvallende rode bloemen (CC attribution 3.0 Wikipedia).
In het dagelijks gebruik zijn discriminerende plantennamen vaak al vervangen: hibbertia heet tegenwoordig ook wel guineebloem en de Zuid-Afrikaanse ‘kafferboom’ wordt als koraalboom aangeduid. Maar nu is dus besloten om ook de Latijnse namen aan te passen. In het geval van de koraalboom wordt Erythrina caffra veranderd in Erythrina affra.
Hoewel het maar één letter verschilt, is dit toch behoorlijk ingrijpend. Niet alleen vanwege de boodschap, maar ook voor de plantkunde. Normaal gesproken liggen namelijk juist de wetenschappelijke namen vast zodat er internationaal duidelijkheid is over welke soort het precies gaat. Naamsveranderingen zullen dus -zeker in het begin- tot verwarring kunnen leiden.
Door klimaatverandering stijgt de temperatuur in Nederland. Welke invloed kan dit hebben op het ecosysteem, zoals planten en insecten? Vwo-leerling Isabella heeft in haar profielwerkstuk onderzocht of een hogere temperatuur invloed heeft op de groei en ontwikkeling van rupsen van het groot koolwitje (Pieris brassicae). Thuis heeft zij de rupsen en vlinders aan verschillende temperaturen blootgesteld. Haar experiment toont aan dat het groot koolwitje sneller groeit bij een hogere temperatuur.
Voor haar PWS heeft zij een KNAW-onderwijsprijs gekregen!
Pop van het groot koolwitje. Als de temperatuur hoger is dan zal een rups sneller groeien en eerder gaan verpoppen (foto: Hans van Pelt).
Verstoring
De snellere ontwikkeling van rupsen en vlinders bij hogere temperaturen, kan grote invloed hebben op allerlei processen in de natuur en op andere planten en dieren. Denk aan de interactie met natuurlijke vijanden of de beschikbaarheid van voedsel. Uitleg aan de hand van een voorbeeld vind je hier>>
PWS
Ook interesse in een profielwerkstuk over rupsen en vlinders?
Bekijk dan onze pws-pagina om een idee op te doen.
Na 18 jaar ‘Prenataal onderzoek bij planten’ krijgt dit practicum van de Reizende DNA-labs een nieuw jasje. Het heet voortaan ‘DNA in de strijd voor voedselzekerheid’.
Met de vertrouwde PCR-test als basis leren de leerlingen hoe we via DNA-analyse tomatenplanten kunnen selecteren die zijn aangepast aan de gevolgen van klimaatverandering. Zo onderzoeken we eigenschappen als droogtetolerantie en thermostabiele resistentie tegen plagen, die in de nabije toekomst een grote rol gaan spelen bij onze voedselproductie.
Wat wel hetzelfde blijft: het lab is gratis en te boeken in de periodes november-december en maart-april.
Biodiversiteit. Het is een term die je tegenwoordig vaak hoort. Maar wat is biodiversiteit eigenlijk? En waarom is het zo belangrijk? En welke rol speelt biodiversiteit bij plantgezondheid en klimaatverandering?
Met biodiversiteit wordt de verscheidenheid aan dieren- en plantensoorten en micro-organismen bedoeld. Die organismen zijn onderling op elkaar ingesteld en vormen samen ecosystemen. Die ecosystemen dragen bij aan schone lucht en water en aan een gezonde bodem. Hoe meer verschillende soorten in een ecosysteem, hoe flexibeler het kan omgaan met veranderingen.
Koolmees met een rups om aan zijn jongen te voeren (foto Pixabay). Lees hieronder wat dit met biodiversiteit, klimaatverandering en plantenziekten te maken heeft.
Biodiversiteit en plantenziekten
Een grote biodiversiteit is ook belangrijk om plantenziekten te beheersen. Wanneer er evenwicht is met voldoende natuurlijke vijanden, dan blijven ziekten en plagen beter onder controle. Dit is zeker belangrijk met de huidige klimaatverandering. Hogere temperaturen kunnen de interactie tussen plaag en natuurlijke vijand namelijk verstoren.
Plantenziekten en klimaatverandering
Bijvoorbeeld de rupsen van de wintervlinder (Erannis defoliaria) ontwikkelen zich de laatste jaren sneller doordat het warmer is (temperatuur gestuurd). Ze komen eerder in het voorjaar uit en vreten de bladeren van bomen kaal. Normaal gesproken worden de rupsen door koolmezen gevoerd aan hun jongen. Maar de ontwikkeling van koolmezen is niet vervroegd (want lichtprikkel gestuurd) en dus komen de jonge rupsen te vroeg in het jaar voor de jonge koolmezen. Het gevolg is dat de koolmezen een voedselprobleem hebben en de boom een rupsenprobleem.
Klimaatverandering en biodiversiteit
Voor zowel de mezen als de boom geldt dat ze voordeel hebben bij een grote biodiversiteit. Als er veel verschillende insectensoorten zijn, dan is er voor de koolmezen vervangend voedsel. En voor de plant zijn er hopelijk andere natuurlijke vijanden van de rupsen vroeg in het voorjaar. Biodiversiteit kan dus de impact van klimaatverandering op plagen en ziekten verminderen.
Een maaltijd met zoete aardappel in Ghana (foto: USDS , Public Domain).
De Nederlandse winters worden warmer en natter. In de zomer zijn er vaak lange droge periodes met erg hoge temperaturen. Dat heeft natuurlijk ook effect op planten. Door verdroging, wateroverlast en verzilting van de bodem zijn de opbrengsten vaak lager. Dan kun je als boer een paar dingen doen. Het eerste is proberen om de omstandigheden toch zo gunstig mogelijk te maken voor je gewas. Bijvoorbeeld door wateropvang bij extreme regen en een slim druppelirrigatiesysteem bij droogte.
Een tweede optie is om over te stappen op een ander gewas. In plaats van aardappelen, ga je zoete aardappelen (bataat) telen. De subtropische plant blijkt het inderdaad aardig te doen in het huidige Nederlandse klimaat. Ook wordt geëxperimenteerd met kiwi, druiven, quinoa en zelfs rijst en thee. Door de lokale productie is er ook minder transport nodig.
Honger
Hoewel er lokaal nieuwe kansen ontstaan, is de klimaatverandering wel een bedreiging voor de wereldwijde voedselvoorziening. In Afrikaanse landen als Ethiopië en Somalië zijn al meerdere jaren op rij oogsten verloren gegaan door droogte, afgewisseld met extreme neerslag. Het veroorzaakt grote problemen. Het zaaien van droogtebestendige gewassen en de aanplant van bomen kan (op termijn) helpen.
Broccoli, spitskool, rode kool, spruitjes, bloemkool… Al deze koolgewassen behoren tot dezelfde plantensoort, namelijk Brassica oleracea. Toch zien ze er allemaal anders uit. En ze verschillen ook in smaak, voedingsstoffen en in weerbaarheid tegen droogte en plantenziekten. Hoe kan dat? Zoveel verschillen binnen één soort?
Al deze verschillende kolen horen tot een en dezelfde soort (opstelling en foto: ChengCheng Cai, Guusje Bonnema en Johan Bucher).
De verschillen zijn deels te verklaren doordat koolplanten een groot genoom hebben met veel verschillende genen. Maar dat is het niet alleen. Onderzoekers hebben ontdekt dat transposons een belangrijke rol spelen. Dit zijn kleine stukjes DNA die ‘rondspringen’ en op allerlei plaatsen in het DNA kunnen opduiken. Deze transposons (of springende genen) beïnvloeden de activiteit van de genen die in hun buurt liggen. Ze werken als het ware als de aan/ uit knoppen en de dimmers van de buurgenen. Wanneer bepaalde genen ‘harder of zachter aanstaan’, heeft dat invloed op de eigenschappen van de plant.
Deze kennis is dus erg nuttig bij het selecteren van rassen die beter bestand zijn tegen ziekten of die bijvoorbeeld minder temperatuurgevoelig zijn.
Planten ruiken het als er gevaar dreigt. Wanneer bijvoorbeeld een rups van een plant eet, dan maakt die plant een alarmstofje aan. Dit komt vrij in de lucht en de buurplanten ‘ruiken’ deze waarschuwing via hun huidmondjes. Onmiddellijk reageren ze door het activeren van hun verdediging: ze maken alvast het stresshormoon jasmonzuur aan of brengen hun defence genes in stelling. Hierdoor is een plant voorbereid op het gevaar dat komen gaat en is dus weerbaarder.
Bron: Artikel “Green leaf volatile sensory calcium transduction in Arabidopsis” – Nature. Bekijk hier de video’s
Japanse onderzoekers hebben dit ‘gevaar ruiken’ nu zichtbaar gemaakt in een video: in een laboratorium opstelling is een alarmstofje (een zogenaamde vluchtige organische stof VOG) in de lucht gebracht bij een plant en vervolgens is de opbouw van Ca2+ in het blad gefilmd m.b.v. fluorescentie (Ca2+ is een van de eerste stappen in de keten van de verdedigingsreactie). Bekijk de video’s
Overigens reageren niet alleen buurplanten op de alarmsignalen van een beschadigde plant. De vluchtige stofjes in de lucht trekken ook sluipwespen en andere hulptroepen aan…. Meer>>
Door de opwarming van de aarde zijn onze winters minder koud. Dit betekent meer overlevingskansen voor insecten en andere plantenparasieten, die van warmte houden. Neem nu bijvoorbeeld wortelknobbelaaltjes. Dit zijn nematoden die in de bodem leven en plantenwortels aantasten, vaak met misvormingen tot gevolg. Bepaalde soorten knobbelaaltjes kwamen vroeger alleen in Noord-Afrika en Zuid-Europa voor, maar zijn nu ook al in Midden-Frankrijk gesignaleerd.
Om een goed beeld te krijgen van de opmars nemen onderzoekers bodemmonsters, vanaf Zuid-Turkije tot Noord-Duitsland om de 200-300 km. Ze gaan de waarnemingen in kaart brengen en met behulp van een model voorspellingen doen. Op basis daarvan kunnen dan (voorzorg)maatregelen genomen worden.
Gaten in verdediging plant Maar de bodemtemperatuur heeft niet alleen effect op de plantenbelagers. Het kan ook de groei en andere processen van de plant zelf beïnvloeden. Zo werkt bij een temperatuur van 28 graden of hoger een aantal belangrijke resistentiegenen van planten niet meer. Er vallen dus gaten in de verdedigingslinie van de plant! Onderzoekers zijn op zoek naar wat precies de achterliggende moleculaire mechanismen zijn. Als we beter snappen hoe het werkt, dan kunnen we met die informatie gewassen zoeken, die beter bestand zijn tegen de klimaatverandering.
De chocoladeletters van Sinterklaas zijn nauwelijks op of er liggen al weer volop kerstkransjes en chocolade kerstmannetjes. Lekker!!
Ben jij ook zo dol op chocola? Misschien weet je dan wel dat cacao (het belangrijkste ingrediënt van chocolade) de afgelopen tijd steeds duurder is geworden. Begin december bereikte de cacaoprijs de hoogste stand in 46 jaar tijd. Dat zullen we in 2024 gaan merken is de verwachting. De oorzaak van de prijsstijging is schaarste van cacaobonen en dat is weer een gevolg van verschillende plantenziekten bij cacaoplanten. Schimmelziekten, droogte en extreme regenval zorgen ervoor dat de planten minder cacaobonen produceren.
Daarnaast is het cacao mild mosaic virus (CaMMV) bezig aan een wereldwijde opmars. Dit plantenvirus veroorzaakt een mozaïekpatroon op de bladeren van geïnfecteerde cacaoplanten en zorgt ervoor dat een zieke plant minder en kleinere cacaobonen produceert. CaMMV is al gevonden in cacaoplantages in de V.S., Brazilië en Indonesië. Op het moment wordt onderzocht hoe het virus zich precies verspreidt (via insecten, via zaad of bij contact tussen planten). Meer>>
Is er ook een voordeel aan de hogere cacaoprijzen? Je zou denken dat het goed is voor de kleine cacaoboeren in West-Afrika. Helaas gaat er maar een relatief klein deel van de handelsprijs naar de boeren zelf. Kun jij hier iets aan veranderen? Blijf chocolade kopen! Want het is de inkomstenbron voor de boeren. Maar wel graag chocolade van een merk dat een eerlijke prijs betaalt aan de cacaoboeren (bijv. met het UTZ-keurmerk of Tony’s).
De teelt van bananen wereldwijd wordt ernstig bedreigd door de gevreesde Fusarium-schimmel TR4. Deze heeft in Afrika al vele bananenplantages vernietigd. En nu verspreidt de ziekte zich ook steeds meer in Zuid-Amerika, o.a. in de Chira Valley in Peru. Hier telen 8.000 kleine boeren zo’n 10.000 hectare biologische bananen. Het gebied produceert 25% van het wereldwijde aanbod van biologische bananen.
Een bananenplant die besmet wordt door Fusarium is niet te redden. Als de ziekte toeslaat, gaat de bananenplant te gronde en is de bodem vele jaren besmet.
Wat kunnen we doen? • Resistentie-veredeling: het ontwikkelen van een banaan die ongevoelig is voor TR4.
Echter, een resistentie kan ook weer doorbroken worden door de schimmel, en dat is wat er nu ook gebeurt (zie video). Bovendien kost het ontwikkelen van nieuwe resistente rassen veel tijd. Waarschijnlijk duurt dat nog 5 jaar en zijn er op z’n vroegst pas in 2028 nieuwe rassen.
• Ondertussen de boel in de gaten houden door monitoring (luchtfoto’s vanuit vliegtuigjes) en proberen de verspreiding zoveel mogelijk tegen te gaan. Dat is lastig want de ziekteverwekker leeft in de bodem en wordt dus gemakkelijk verspreid door bijvoorbeeld grond onder schoenzolen en door overstromingen.
• Bananenplanten in potten telen in plaats van in de bodem. In schone potgrond kunnen ze niet besmet raken.
De dagen worden korter, de boombladeren verkleuren langzaam maar zeker en de paddenstoelen schieten weer als paddenstoelen uit de grond. Dat betekent dat het bijna Halloween is…. En daar horen natuurlijk pompoenen bij.
Pompoenen kweken is relatief eenvoudig. Het zijn gemakkelijke planten die snel groeien en weinig last hebben van plantenziekten. Alleen de ziekte ‘echte meeldauw’ wil nog wel eens de kop opsteken bij pompoenplanten. Echte meeldauw wordt veroorzaakt door een schimmel. Op de plekken op het blad waar de schimmel groeit, ontstaan witte plekken. Deze witte waas kan zich aan het einde van de zomer snel uitbreiden over het hele blad, waarna het blad afsterft.
Wanneer het blad met een wit laagje bedekt is, kan de plant minder of niet fotosynthetiseren en zal de pompoen minder hard groeien. Maar de schimmel tast de pompoen zelf niet aan. Dus je kunt ze nog gewoon oogsten en gebruiken met Halloween.