Willie Commelin Scholten was een student die leefde in de 19e eeuw en interesse had in planten. Hij studeerde bij de beroemde plantengeneticus Hugo de Vries in Amsterdam. In 1893 overleed Willie op jonge leeftijd (25 jaar). Zijn ouders waren rijk en ter nagedachtenis aan hun zoon financierden ze de oprichting van een laboratorium, dat zich ging toeleggen op onderzoek aan plantenziekten.
De ‘Stichting Phytopathologisch Laboratorium Willie Commelin Scholten’ (WCS) verhuist van Amsterdam naar Baarn en Johanna Westerdijk wordt directrice. Ze drukt een groot stempel op het onderzoek tijdens de 46 jaren dat ze het lab leidt. Er wordt een grote schimmelcollectie aangelegd en het lab doet uitgebreid onderzoek aan de iepenziekte (Dutch elm disease). Johanna Westerdijk wordt ook de eerste vrouwelijke hoogleraar van Nederland. Ze is een opvallende verschijning, die wel van een feestje hield.
In de loop der tijd wordt het laboratorium meer en meer een onderzoeksinstituut en uiteindelijk gaat het op in de universiteiten van Amsterdam en Utrecht. In 1991 wordt het lab gesloten, maar de Stichting Willie Commelin Scholten voor de Fytopathologie blijft bestaan. Jaarlijks sponsoren ze projecten op het gebied van plantenziekten.