Indeling van bacteriën
Levende organismen worden onderverdeeld twee hoofdgroepen: de Eukaryoten en de Prokaryoten. Eu betekent ‘echt’, karyos betekent ‘kern’ en pro betekent ‘voor’. Eukaryoten hebben een echte celkern en bij Prokaryoten ligt het genetisch materiaal los in de cel.
- Eukaryoten
- Mensen en dieren
- Planten (inclusief algen)
- Schimmels
- Prokaryoten
- Bacteriën
- Echte bacteriën of eubacteriën.
- Cyanobacteriën.
- Rickettsia’s, chlamidia’s en kieskeurige xyleem- en floëem-bewonende bacteriën.
- Mycoplasma’s, phytoplasma’s en spiroplasma’s
- Archea Bacterieachtige micro-organismen die leven in extreme milieus, zoals hete bronnen, zoute meren of in de diepzee. Vele produceren methaangas wanneer ze organisch materiaal afbreken. Ze hebben een andere celwandopbouw dan bacteriën. Het is een erg diverse groep.
- Bacteriën
Onderverdeling van de bacteriën:
- Echte bacteriën of eubacteriën.
- Cyanobacteriën. Deze werden vroeger blauw-groene algen genoemd, omdat ze dachten dat het planten (algen) waren. Net als planten kunnen ze namelijk door middel van fotosynthese voedsel maken. Ze hebben geen chloroplasten, maar wel chlorofyll (groen) en kenmerkende blauwgekleurde stoffen. Cyanobacteriën komen zeer algemeen voor in zoet water, maar ook in grond en in zout water.
- Rickettsia’s, chlamidia’s en kieskeurige xyleem- en floëem-bewonende bacteriën.
- Rickettsia’s zijn kleine, Gram-negatieve bacteriën (zie Gram-kleuring) die in de cellen van dieren en mensen leven. Ze worden overgebracht door vector-organismen (vaak teken). Ze kunnen niet groeien op kunstmatige media.
- Chlamidia’s veroorzaken eveneens ziekten in mensen en dieren. Ze zijn erg klein. Sommige verspreiden zich door seks en veroorzaken bij de mens seksueel overdraagbare aandoeningen (SOA’s). Andere verspreiden zich door de lucht en kunnen longontsteking veroorzaken. Ze kunnen niet groeien op kunstmatige media, maar wel in celkweken.
- Kieskeurige xyleembewonende bacteriën (in het Engels: fastidious xylem-limited bacteria of FXLB) lijken op Rickettsia’s maar veroorzaken ziekten bij planten. Sommige worden verspreid door cicaden (een groep binnen de insecten), terwijl andere mechanisch worden verspreid. De bacteriën koloniseren de vector-insecten niet, maar liften passief mee naar een volgende plant met een restje sap in de snuit. Ziekten uiten zich door bladverbruining, verwelking en dwerggroei.
- Kieskeurige floëembewonende bacteriën (FPLB) veroorzaken ook plantenziekten en worden verspreid door bepaalde typen bladluizen.
- Mycoplasma’s, fytoplasma’s en spiroplasma’s. Dit zijn Gram-positieve zonder celwand. Ze hebben een taaie celmembraan, en leven vrij in milieus met een neutrale osmotische potentiaal. Sommige veroorzaken plantenziekten, de fytoplasma’s. Fytoplasma’s zijn klein, komen voor in het floëem en kunnen niet kunstmatig worden gekweekt. Ze worden verspreid door verschillende groepen insecten, door enten en door het onkruid warkruid. Ze kunnen diverse ziekten veroorzaken in veel plantensoorten, zoals verlies van bloemkleur, dwerggroei of heksenbezem-groei (plekken met ongewoon veel vertakkingen).
Lees meer over fytoplasma’s en bekijk de foto’s>>
Gram-negatief en Gram-positief
Dit heeft niks te maken met het gewicht maar met een bepaalde kleuringsmethode, de Gram-kleuring. Gram-positieve bacteriën worden paars en Gram-negatieve bacteriën worden rood van kleur. Dit lijkt er misschien niet zoveel toe te doen, maar het heeft te maken met de bouw van de bacteriecelwand. Gram-negatieve bacteriën zijn a.h.w. ‘dubbelwandig’ en Gram-positieve ‘enkelwandig’ (hoewel je het zo niet mag noemen). En dat zijn voor een bacterie belangrijke zaken, die te maken hebben met opname van voedsel en uitscheiding van allerlei stoffen. Meer info >>