Grauw en groen

Almere. Bron: Wikimedia Commons, GFDL
De skyline van Almere: grauw en groen tegelijk.

Almere is één van de twee Nederlandse steden waar de PVV meedoet aan de gemeenteraadsverkiezingen. En dus is Almere de laatste tijd volop in het nieuws. De stad heeft niet echt een fleurig imago in de rest van het land. Bij Almere denken de meeste Nederlanders aan een grijze, grauwe stad. Toch klopt dat beeld niet helemaal. Er is ook “groen” nieuws te melden vanuit de stad.
In februari heeft de Christelijke  Agrarische Hogeschool haar deuren officieel geopend in Almere in een tijdelijke huisvesting. Vanaf september kun je aan de nieuwe hogeschool twee HBO studies volgen: Toegepaste Biologie en Natuur, economie en leefomgeving. CAH Almere heeft als uitgangspunt dat natuur onmisbaar is voor mensen. Juist ook in een dichtbevolkte stad. Maar hoe kan de natuur zich in een stad ontwikkelen? Hoe beïnvloeden planten, dieren en mensen elkaar? En welke economische belangen spelen daarbij een rol? Hoe ga je dat allemaal aanpakken?
Wil je meer weten over de CAH Almere of een keer een open dag bezoeken? Kijk dan op onze pagina Studeren.

Grote waternavel

Grote waternavel ( Hydrocotyle ranunculoides) Bron: Wikimedia Commons, Public Domain
Grote waternavel (Hydrocotyle ranunculoides).

De grote waternavel is een waterplant die veel overlast veroorzaakt. Hij groeit zo hard dat Nederlandse sloten binnen de kortste keren dichtgroeien. Hierdoor kan het water niet goed doorstromen. Daarnaast verdringt hij inheemse waterplanten en verstoort het natuurlijk evenwicht in de sloten en vaarten.
De plant is een invasieve exoot. Dat betekent dat hij van nature niet in ons land voorkomt en zich hier uitbreidt ten koste van de inheemse flora en/of fauna. Hij is ooit ingevoerd uit Noord-Amerika als snelgroeiende vijverplant. Sinds 1994 komt hij in ons land “in het wild” voor. Niet alleen planten, maar ook dieren, bacteriën en virussen kunnen als invasieve exoot ons land binnenkomen. Denk maar aan de eikenprocessierups.
Je zou denken dat een koude winter er wel voor zorgt dat de plant het loodje legt. Inderdaad dunt het aantal grote waternavels aardig uit in een koude winter. Maar er overleven toch altijd een paar planten, die in het voorjaar en de zomer zich weer razend snel uitbreiden. Dan zit er niks anders meer op dan de plant mechanisch te bestrijden: verwijderen dus. Het ministerie van LNV en de tuincentra hebben nu afspraken gemaakt over de verkoop van dit soort woekerende waterplanten.

Kijk naar een (ander) filmpje over de grote waternavel

Stressmeter voor planten

Stressmeting bij zwarte nachtschade. Foto en copyright: Henk Jalink, WageningenUR.
Gestreste zwarte nachtschade. (Foto: Henk Jalink, WUR)

Bijna 10 jaar lang is eraan gewerkt: een camera die kan meten of een plant gestrest is.
Hoe gaat dat in zijn werk? Het idee is dat in een gestreste plant de fotosynthese niet optimaal verloopt. Door het meten van afwijkingen in de fotosynthese kun je zien of en waar in de plant stress optreedt. Een camera meet de fluorescentie van de bladeren. Op de plekken waar de fluorescentie hoog is, verloopt de fotosynthese niet goed als gevolg van stress. Lage fluorescentie betekent stressvrij.
De plant op de foto hiernaast is het onkruid zwarte nachtschade. De onderzoekers hebben een paar druppels herbicide (onkruidbestrijdingsmiddel) aan de plant gegeven. Het herbicide is door de plantenwortels opgenomen en is daarna met de sapstroom mee verspreid door de nerven. Het herbicide veroorzaakt stress in de plant, zoals je kan zien aan de fluorescerende bladnerven. Met het blote oog is dit niet te zien, maar met de speciale camera is het wel goed meetbaar.
Andere vormen van plantenstress zijn bijvoorbeeld koude, droogte en ziekte. Deze stressmeter zou dus een handig hulpmiddel kunnen zijn voor plantenveredelaars. Om snel planten te selecteren die goed bestand zijn tegen stressfactoren. Maar je kunt ook denken aan andere toepassingen. In een kwekerij kun je door te scannen met de camera al in een vroeg stadium zieke, gestreste planten eruit pikken. Zo voorkom je dat de ziekte zich verder verspreidt.
Lees meer>>
en bekijk meer foto’s>>

Slimme slijmzwam

Slijmzwam Physarum polycephalum. Bron en foto: http://www.biologie.uni-hamburg.de/b-online/library/webb/BOT201/Myxomycota/Myxomycota.htm
De slijmzwam Physarum polycephalum met een netwerk van draden.

De slijmzwam Physarum polycephalum is een bijzonder geval: het ziet eruit als een felgele klodder slijm. In zijn zoektocht naar eten vormt deze slijmschimmel een zeer efficiënt netwerk van buisvormige draden. Eerder al bleek de slijmzwam gemakkelijk zijn weg te kunnen vinden in een doolhof. Als de kortste route gevonden is, worden de overbodige draden weer afgebroken.

In Japan hebben ze deze slijmzwam nu een spoorwegnetwerk voor de stad Tokio laten “ontwerpen”. Ze lieten P. polycephalum tussen verschillende havervlokken (“de stations”) groeien. Het dradennetwerk kwam aardig overeen met het bestaande spoorwegnetwerk. En het benaderde het optimale theoretische ontwerp zelfs meer dan het bestaande netwerk.

De slijmzwam groeit het liefst op donkere vochtige plekken, zoals op rottend hout of bladeren. De slijmklodder beweegt zich als het ware naar het donker toe, waarbij het een zilverachtig slijmspoor achterlaat. Deze eigenschap gebruikten Engelse onderzoekers om een plasmobot te maken. Een lichtgevoelige robot die aangestuurd wordt door een slijmzwam.

Lees meer op Noorderlicht>>
Lees meer op Natuurbericht>>

De boktor van Boskoop

Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis); Foto en Copyright :Matteo Maspero
De Oost-Aziatische boktor (Anoplophora chinensis).

Met ingang van vandaag zijn er in Boskoop drastische maatregelen getroffen om de beruchte Oost-Aziatische boktor te bestrijden. In een straal van 100 meter rond de vondst van dit quarantaine-organisme worden alle loofbomen en struiken geruimd (waaronder 17 particuliere tuinen). Alle boomkwekerijproducten in een straal van 2 km rond de vondst mogen pas verhandeld worden na grondige inspectie door medewerkers van de Plantenziektekundige Dienst (PD). De Oost-Aziatische boktor komt van oorsprong voor in China, Japan en Korea en verspreidt zich via import van bijvoorbeeld besmette bonsaïboompjes naar andere landen. De larven van de boktor kunnen grote schade aanrichten in loofbomen en struiken doordat ze lange gangen in het hout knagen. Boskoop is het centrum van de Nederlandse boomteelt en men wil koste wat kost voorkomen dat de boktor zich hier vestigt.
Kijk naar RTL nieuws>>   (tip: negeer de opmerking over uitgebroede larven)
Luister naar NOS radio>>

Winter ideaal voor druïdes en heksen

Boom met maretakken. Bron: Wikimedia commons, Foto: Orangedog, Copyright: Creative Commons Attribution-Share Alike 3.0 Unported
Maretakken in een kale boom.

De winter is de ideale tijd om maretakken te vinden. De maretak (Viscum album) is een groenblijvende plant die groeit op loofbomen. In de winter is een maretak dus goed te zien in de kale bomen. Vooral populieren zijn populair als groeiplaats. Maar ook op appelbomen en meidoorn komt deze halfparasiet voor. De maretak onttrekt water aan de boom waarop hij groeit, maar kan zelf door fotosynthese CO2 omzetten in suikers. De plant zou geneeskrachtige, of zelfs magische gaven hebben. Bekend is de druïde Panoramix, die met zijn gouden snoeimes maretak snijdt voor de toverdrank van Asterix.Dit is ook een goede tijd om heksenbezems te zoeken. Heksenbezems ontstaan doordat een deel van de boom ongecontroleerd begint te groeien. Dit is het gevolg van een infectie door een schimmel (Taphrina betulina). De infectie verstoort de normale groei van de boom, die daardoor veel meer vertakkingen en zijscheuten gaat maken. Hierdoor lijkt het net of er in de boom een bezem hangt, verloren door een heks.Iets soortgelijks gebeurt bij infectie van een appelboom met appelheksenbezemfytoplasma. Een fytoplasma is een eencellige, vergelijkbaar met een bacterie. Ze zijn alleen kleiner, hebben geen celwand en kunnen meestal niet gekweekt worden op een voedingsbodem in het laboratorium.

“Rupsenpaddenstoel” als medicijn tegen kanker

De rupsendoder (Cordyceps militaris) groeit uit een pop. Bron: Wikimedia commons. Foto : Deutsche Gesellschaft für Myklogie, GFDL
De rupsendoder groeit uit een pop van een nachtvlinder.

De parasitaire schimmel Cordyceps sinensis groeit in Tibet op de poppen van rupsen. Dat gaat waarschijnlijk als volgt in zijn werk. Rupsen van Thitarodes-motten eten bladeren, waarop sporen van de schimmel zitten. Eenmaal in de rups beginnen uit de sporen schimmeldraden te groeien. Terwijl de rups zich in de grond wil gaan verpoppen, groeit er een heel netwerk van schimmeldraden (mycelium) in zijn lijf. Vervolgens groeit uit de dode pop een paddenstoel (klik hier voor illustratie). Deze paddenstoel verspreidt weer nieuwe sporen. In Tibet en China staan deze paddenstoelen al eeuwenlang bekend om hun geneeskrachtige werking. Ze worden verzameld en verkocht als geneesmiddel. Nu heeft een Brits onderzoeksteam een stof uit deze paddenstoel, cordycepine genaamd, onderzocht. Het blijkt dat cordycepine de groei van kankercellen beïnvloed en waarschijnlijk bruikbaar is als nieuw medicijn tegen kanker.In Nederland groeit een familielid van de Tibetaanse paddenstoel: Cordyceps militaris, ook wel de “rupsendoder” genaamd. Deze knaloranje paddenstoel groeit op de poppen van nachtvlinders. Of deze paddenstoel ook geneeskrachtig is, is nog onbekend.

 

Lees meer op Natuurbericht>>

Lees meer op Wikipedia>>